Jijzelf - Jij
Ik ben bang dat mijn zusje doodgaat. Ik durf het niet te vragen aan papa en mama…
Als je dit gaat lezen, komt dat misschien omdat je gehoord hebt dat je broer of zus dood kan gaan aan een ziekte. Het kan ook zijn dat je zelf het gevoel hebt dat dit kan gebeuren en dat je wilt weten wat jou dan allemaal overkomt.
Hieronder vind je wat tips die je misschien kunnen helpen.
Alle vragen die je hebt
Alle vragen die jij hebt, zijn belangrijk. Ook al lijken ze nog zo gek, dat zijn ze niet! Blijf er niet mee rondlopen.
Vragen stellen is goed
Vraag je je af hoe het verder zal gaan? Hoe lang je broer of zus nog leeft? Of hij of zij pijn krijgt? Wat er gebeurt als iemand doodgaat? En of dat ook bij jouw broer of zus zo zal gaan? Je mag echt alles vragen, aan je vader en moeder, maar ook aan de dokter of verpleegkundige. Zij weten misschien niet alles, maar wel het allermeest. En zij kunnen je ook vertellen hoe iedereen er voor zorgt dat je broer of zus zo min mogelijk pijn heeft.
Bang zijn is normaal
Eigenlijk zijn alle kinderen bang dat er iemand doodgaat waar ze veel van houden. Dat is niet raar. Blijf niet alleen met dat gevoel. Vertel je vader en moeder dat je bang bent, ze zullen je nooit alleen laten.
Moeilijk om er over te praten
Misschien vind je het moeilijk om met je vader en moeder te praten over doodgaan. Omdat ze dan nog verdrietiger kunnen worden of omdat je bang bent dat ze boos zullen worden. Maar weet je, voor je vader en moeder is het veel moeilijker om te zien dat jij je zorgen maakt. Ook al kunnen je ouders niet alles oplossen, het helpt wel om er samen over te praten.
Iemand anders die je kan helpen
Als je niet zomaar met je vader en moeder durft te praten, vraag dan of iemand anders je kan helpen. Misschien kan je broer of zus, of een tante of oom, opa of oma je helpen. En ook vrienden kunnen dat.
Altijd vragen stellen
Voor volwassenen is het ook niet gemakkelijk om over doodgaan te praten. Als je meer wilt weten, stel je vragen dan toch.
Het internet
Wil je liever eerst zelf informatie opzoeken? Dat kan op internet. Maar het is goed om te weten dat niet alles waar is wat op internet staat. En het kan zijn dat wat je op internet leest, net weer anders is dan bij jouw broer of zus. Het is beter om je vragen te stellen aan je vader en moeder of aan de dokter of de verpleegkundige die je goed kent. Is praten te moeilijk voor je? Stuur je zorgen dan in een berichtje naar papa, mama of een vriend(in). Dat kan gemakkelijker zijn dan het hardop tegen iemand zeggen.
Een paar tips om te helpen
Als je broer of zus steeds zieker wordt, of je weet dat jullie samen niet veel tijd meer hebben, wat dan? Vraag of je vader of moeder je kan helpen om iets met je broer of zus te doen.
Hier een paar tips die je kunt proberen:
- Schaduwfiguren maken op de muur
- Kijken wie het langst stil kan blijven zitten zonder te lachen
- Sneeuwballen maken van krantenpapier en elkaar daarmee bekogelen
- Lekker samen op de bank kruipen of in bed en luisteren naar mooie muziek
- Gezichtjes tekenen op ballonnen en daarmee overgooien
- Samen naar een luisterboek luisteren of naar een film kijken
- Samen verhalen verzinnen of een verhaal voorlezen
- Computerspelletjes doen
- Haren opsteken en opmaken
- Samen gekke bekken trekken
- Samen rare geluiden maken
- Kietelspelletjes doen
- Liedjes zingen
- Bellen blazen
Manieren om te spelen
Soms moet je nieuwe manieren bedenken om met elkaar te spelen, omdat je niet alles kunt doen samen. Hieronder vind je wat voorbeelden die kinderen al bedacht hebben:
-
- Bordspelletjes: vorm samen een team en spreek af wat jij mag doen, bijv. met de dobbelsteen gooien of het kaartje voorlezen.
- Balspelletjes: tennissen terwijl je op een stoel zit of spelen met een zachte bal van schuim.
- Woordspelletjes: jij roept een woord en je broer of zus moet dat op een grappige manier uitbeelden.
- Dansen: met je vingers bewegen op de maat van de muziek.
- Doen alsof: leg plaatjes van dieren op een rij. Je broer of zus doet een dier na en jij moet aanwijzen welk dier. Voelspelletjes: probeer iets te herkennen door te voelen (zonder te kijken).
- Spiegelbeeld: Kijk elkaar in de ogen en doe elkaar dan precies na, alsof je in de spiegel kijkt.
Speciale wensen
Heb je speciale wensen, iets wat je graag nog met je zieke broer of zus wilt doen voordat het niet meer kan? Maak een lijst van dingen je nog wilt doen en bespreek die met je vader en moeder en vrienden of vriendinnen. Er kan vaak meer dan je denkt.
Foto's maken
Je kunt foto’s maken van jou en je zieke broer of zus samen. Je kunt selfies maken of iemand vragen die foto’s van jullie samen te maken.
Een dagboek bijhouden
Sommige kinderen houden een dagboek bij waarin ze herinneringen bewaren aan hun broer of zus. Je kunt het ook op losse briefjes schrijven en die in een speciale pot of doosje bewaren.
Een vertrouwend gevoel
Praat over wat je voelt met iemand die je vertrouwt. Veel kinderen voelen zich wel eens schuldig, zijn jaloers, boos, verdrietig of bang. Dat is allemaal heel normaal. Het is fijn om daar met iemand over te kunnen praten.
Zelf ook plezier hebben
Jouw eigen leven is ook belangrijk. Vraag je vader of moeder om ook dingen met jou te doen. Blijf de dingen doen die je ook echt leuk vindt. Voel je niet schuldig als je ook plezier kunt maken. Als jij plezier hebt, ben je thuis ook vrolijker voor je zieke broer of zus.