Jouw gezin - Vader/moeder
Op school zeggen ze dat mijn broer doodgaat. Ik durf het niet te vragen aan papa en mama…
Als je dit gaat lezen, komt dat misschien omdat je gehoord hebt dat je broer of zus dood kan gaan. Het kan ook zijn dat je zelf het gevoel hebt dat hij of zij dood kan gaan. Hierna geven we je wat tips mee, die je kunnen helpen om met je vader en moeder hierover te kunnen praten.
Niet gemakkelijk om over te praten
Voor volwassenen is het ook niet gemakkelijk om over doodgaan te praten. Als je meer wilt weten, stel je vragen dan toch.
Samen over te praten
Je gevoelens, zorgen en vragen over doodgaan bespreken met je vader en moeder is misschien wel het moeilijkste dat er is. Het kan je het gevoel geven dat je hen nog meer verdriet doet. Maar weet je, voor je vader en moeder is het veel moeilijker om te zien dat jij je zorgen maakt. En ook al kunnen je vader en moeder niet alles oplossen, het helpt wel om er samen over te praten. Juist ook als je het moeilijk hebt.
Iemand anders om te helpen
Als je niet met je vader en moeder durft te praten, vraag dan iemand anders om je te helpen. Iemand die aan je vader en moeder vraagt om naar jou toe te komen. Misschien kan je broer of zus, of een tante of oom, opa of oma je helpen. Maar ook vrienden of je juf of meester kunnen dat.
Praten is fijner
Soms denken volwassenen dat kinderen niet begrijpen dat ze dood kunnen gaan. Dan denken ze dat het beter is om er niet over te praten. Maar kinderen weten het meestal wel als er iemand dood kan gaan. Er over praten is dan fijner dan dat je alleen voelt.
Je kunt niet alles weten
Volwassenen weten ook niet alles, soms moet je gewoon uitleggen aan grote mensen hoe je je voelt.
Een boek uitzoeken
Je kunt samen met je vader en moeder een boek uitzoeken dat gaat over doodgaan. Op deze website staan allerlei leesboeken in de boekenkast die je samen kunt lezen. Die kunnen je helpen om erover te praten. Als je niet zomaar met je vader en moeder durft te praten, vraag dan of iemand je kan helpen. Misschien kan je broer of zus, of een tante of oom, opa of oma je helpen. En ook vrienden of je juf of meester kunnen dat.